Hoofdstuk 3

Orpheus gaat het paleis binnen en komt bij de troon waar Hades en Persephone zitten. Toen hij voor de troon stond begon hij op zijn lier te  spelen en te zingen. Zelfs de goden werden opnieuw betoverd door de muziek die Orpheus speelde. Toen hij uitgespeeld was Persephone keek naar Hades. Hades knikte en wenkte Orpheus naar voren. Achter Hades zag hij een gedaante die zich langzaam naar voren bewoog. Toen het dichtbij herkende hij haar meteen. Eurydice liep langzaam naar voren en totdat ze volledig in het licht stond. Toen ze Orpheus zag liep ze zo snel mogelijk naar hem toe maar de wond in haar voet hinderde haar. Toen ze eindelijk weer herenigd waren keken ze naar de god van de onderwereld "Je mag haar mee terug nemen naar de wereld van de levenden" zei Hades. "Op één voorwaarde. Je mag niet omkijken voor je uit de onderwereld bent."

Maak jouw eigen website met JouwWeb